Gezinsbivak
De aanloop
Het moet zowat januari geweest zijn wanneer we besloten om dit jaar maar eens niet op zomer(vis)vakantie te gaan. De voorbije jaren werd er steevast een chalet of bungalow geboekt, liefst pal aan het water. En hoe zit het dan met de voor en najaarstrip? Dan doe je wat je wilt zei men vriendin. Kan ik mee leven dacht ik zo bij mezelf. Maar hoe gaat dat dikwijls, eens het verlofgeld binnenkomt en de rekeningen zijn betaald… Natuurlijk was er hier en daar wel een extra toegeving aan de ‘volschubkes’ in de vorm van wat materialistische spullen voor ons juist groot genoeg gebleken appartement. Alleen het prikbord, waaraan de rekeningen pronken blijkt soms wat aan de kleine kant, al heeft dat waarschijnlijk meer met de maatschappij en onze levensstandaard te maken dan wel met de afmetingen van het kurken vierkant. Maar zoals ik al zei, de grote brieven waren betaald..
Als we nu toch eens een weekje met de tent gaan? En de kleine meid dan? Ons dochtertje is er bijna 4, en heeft al wat sessies op haar jonge palmares staan, maar een week met de tent? Ach, relativeerde ik, als het weer een beetje meezit moet dit perfect te doen zijn. Weliswaar mits enige investeringen in het kampeermateriaal, waar ik dan achteraf weer goed mee ben indien er ‘Poestasessies’ op het programma staan met vrienden Piker en Ets (ware identiteit bekend bij de schrijver). En, vervolgde ik, er zijn daar toch sanitaire voorzieningen waarmee ik toegaf reeds de bestemming in gedachten te hebben. La Vallée? Vroeg men vriendin. Neenee sjoeke, ook wel eclair genoemd in de Franstalige gebieden des aards, laat ons terug naar Moisson gaan. Ze was er al eens geweest, voor een weekend, toen trouwens een paar maanden in blijde verwachting van onze schat. Stek 11 is eigenlijk ideaal, vermits het vlakbij het sanitaire blok gelegen is. Na vooral de voordelen opgesomd te hebben werd er gemaild naar Martin, die voor ons de stek reserveerde.
Het aftellen kon beginnen en hier en daar werd de uitrusting aangedikt, want ‘back to basics’ moet je, indien het gezinnetje meegaat, toch wel met een korrel zout nemen. Niks mag aan het toeval overgelaten worden, of toch zo weinig mogelijk. Van 13 tot 20 juni op Moisson, sinds 2002 noem ik het ook wel Lac de mon maison, dit natuurlijk omwille van het thuisgevoel dat ik er steevast krijg tijdens men verblijf. De school werd ingelicht, verlof op het werk was al geregeld en daar kwam vrijdag de 13de aan, dag van vertrek. Bijgeloof? Natuurlijk!
Het weekend dat er aan vooraf ging verloor ik trouwens nog een goeie kameraad, 34j, veel te jong, moegestreden, fuck, ja dat is het juiste woord: Fuck! Enfin de aanloop naar de trip gebeurde met gemengde gevoelens. Familie en vrienden werden nog een keer bezocht en weg waren wij.
Vive la france
’s Ochtends vroeg vertrokken, met het busje en de aanhangwagen legde we de reeds gekende route af in een 6 tal uurtjes. Op wat stapvoets verkeer op de Périférique na verliep de trip naar daar vrij vlot.
Allo Régis, ça va? Uitgedost met zomerse kledij, petje en walkietalkie, overhandigde hij ons de sleutel van de poort en het sanitaire blok. Hij deed er ook nog een plannetje bij en vertelde ons dat op deze moment ‘ze zwiet bollies’ and ‘no taigernuts’ op het lievelingsmenu stonden van onze gekieuwde vrienden. Ja, en vissen ‘against the beach’ dacht ik bij mezelf. Dat waren immers de steeds wederkerende zinnetjes van deze allround visgids. Hij staat er onder andere in voor het bezighouden van schoolkinderen hier op kamp alsook het wegwijs maken van golfspeelsters al dan niet met handicap. Zou hij hierbij zijn walkietalkie nodig hebben?
Waarom praat die surfboy trouwens steeds Engels? Zelf praat ik er Frans tegen. Ik hou ervan, doe het graag. Als ik in Frankrijk naar de supermarché ga, zal ik steeds iets zoeken om dan weer met men Frans, geleerd op school, proberen te verduidelijken aan een bevallige kassierster wat ik nodig heb. Die verstaat me toch wel.. Of wilt ze iets anders, iets meer? Waarschijnlijk wel.. Je kan ze het niet kwalijk nemen.
De volschubkes
Als het weer meezit...
Aanschouwing
Bij aankomst op stek 11 bleek het plaatje al snel te kloppen. Privé zandstrandje en een uitgestrekt visgebied, dat nog eens vergroot werd door het vrij zijn van alle andere stekken. Putje voor ons alleen. Nu ja, putje, bij 120 hectaren water mag je gerust put zeggen. Na het bouwen van het kampement werd de boot opgeblazen en uitgerust van alle toebehoren zodat ik in de vooravond het visgebied had uitgekamd.
De vorige sessies hier vonden plaats op stek 6 en enkele keren stek 2. De vissen die toen gevangen werden kwamen steeds van een plateau van net geen meter diep, je kon er evengoed met één stok vissen. Nu moest het anders gaan. Vanaf de kant had je een tiental meter die bedekt waren met kikkerdril tot een meter diep en dan verder met wier tot een drietal meter diep. Hierna lag een strook van een vijftiental meter breed met een diepte van 4 meter. Over het algemeen harde gravelbodem en hier en daar zachtere stukken. Verder het water in had je een geul van een zestal meter breed met een diepte tot 5 meter, maar wederom goed voorzien van kruid. Het aftasten van de bodem bevestigde hetgeen de dieptemeter aangaf. Na die geul kwam er weer een harde strook tot 4 meter. Eén hengel kwam op de eerste strook, twee hengels op de tweede en de derde hengel vaarde ik een heel eind uit en kwam op een diepte van 2 meter, met name de plateau die in het visgebied lag van stek 10. Dit was perfect mogelijk omdat deze stek de gehele week vrij was en gaf me weer wat extra vertrouwen.
Na kennis gemaakt te hebben met de vaste bezoekers, namelijk een ganzenkoppel, een wilde kat een paar duizend kleine kikkertjes gingen we aan tafel. Heerlijk hoe men vriendin me elke dag weer verraste met een heerlijke maaltijd, en misschien nog wel heerlijker een serieus aandeel in den afwas! Geef toe, ze moest al niet stofzuigen. Alez, toch al zeker geen stof..
120 Hectaren water, zeg maar put!
Stek 11, vlakbij het sanitaire blok
Visserij
De eerste nacht bleven de wakers op de zelfde hoogte hangen met als logisch gevolg dat de batterijen van de biepers nog niet geleden hadden. Panikeren was niet nodig, ervaring hier leerde mij dat de eerste dagen vrij rustig konden zijn. Alhoewel, de tweede nacht kwam het al goed los. De eerste aanbeet kwam er rond middernacht. Toch wel net de stok die ik iets wat te ver naar links had uit gevaren in de kant. Daar lag de harde strook veel dichter bij de kant tegen een heuse zandbank aan van het plaatselijk strand. In het weekend door de dag wel wat rumoer van de franse jongeren daar op schoolkamp maar natuurlijk weinig bevist. De hengel hing al uit te steun, maar ik handelde snel en voelde de vis. En nu kunnen we beginnen men boot met merk x en elektromotor y, maar neen ik sprong in de boot en verspeelde de vis rond een boei, de verre boei. Vervloekt obstakel. Dat dit hier, juist nu moest gebeuren, a mon maison… Ach je kent dat gevoel wel. Nuchter aan de kant gekomen moest ik toch concluderen dat ik te ver weg aan het vissen was met die stok. Dan maar proberen de vis langs die strook dichter bij te krijgen. Drie uur later kreeg ik een herkansing, tweede van rechts hing aan de bel, serieus aan de bel, goddank dat de nieuwe batterijen begonnen te lijden.. Deze mag me niet ontsnappen. Onmiddellijk achterna en de vis in open water afmatten. Het liep perfect al komen ze niet rustig in je net gezwommen, de beuk erin! Twaalf kilo zeshonderd. Deze chocolade spiegel plezierde me ongelooflijk, en heb hem dan ook even bijgehouden op een verantwoorde manier om ’s morgens te digitaliseren. Dat moest dan wel gebeuren na het vangen van een kleine torpedo schub van om en bij de 6 kilo, onthaakt in het water en meteen de vrijheid gegund. Tweede van links was de oorzaak. Maar mij hoorde je niet klagen, de bevestiging, prijs, binnen, gedaan, drukloos, voldaan? dat niet, wel tevreden, gelukkig, vader (in de twee vormen: hebben en zijn) en partner. Gevoelens en toestanden die me overvielen bij terugzetten van de mirror chocolat. Je kan hier immers gerust een weekje zonder vis zitten, als je wat rondleest vind je genoeg blankverslagen, dus voor mij kon het eigenlijk al niet meer stuk.
Chocoprinses van 12.6kg
De volgende dag zat ik met men kleine meid op het strand nog wat te babbelen terwijl zij het aantal jonge kikkertjes een beetje inschroefde door ze met net ietwat te veel kracht te vangen tussen duim en wijsvinger. Papa, deze wil niet meer zwemmen? Voor elk gevangen diertje had ze een ander potje, vlinders, kevers, lieveheersbeestjes, noem maar op. Allen waren het haar broertjes of zusjes. Zullen we dan toch nog maar een kindje verwekken? Nee bedankt! Ik zie ze doodgraag, maar één is genoeg. Het prikbord hangt vol, het appartement is gevuld en men sessies vinden nog met regelmaat plaats. Voor mij is het goed zo.
Bonjour! Een ouder koppel passeert achter ons, vijftien meter hoger. Ze maken een wandeling en zijn super vriendelijk als ze ons getweeën zien zitten. Ik kreeg zelf nog niet de kans om gedag te zeggen want men kleine meid was me voor, en hoe..
Bonjour putain! Antwoordde ze zonder enige schroom en besef van wat dat tweede woord wil zeggen. Ssst, wat zeg jij nu? Dat mag je niet doen rakker. Als je natuurlijk zelf bij wijle van de ene franse vloek na de andere de dag doorkomt is het niet moeilijk voor zulke jonge ontdekkers der wereld om dit over te nemen. Al snel schoten we beiden in de lach en vingen nog een kikkertje.
Als je iets wou vangen tijdens de dag, moesten het deze kleine springers wel zijn. In het water keerde bij daglicht de rust.
Hoe heftig het ook losbarstte in de tweede nacht werd er op de 4de ochtend na, met de vangst van een minispiegel, geen enkel karper meer geland. Wel kwamen er in de plaats daarvoor enkele bijvangsten. Zeelt a volonté, enkele heuse brasems, en twee meervallen. Actie door de dag, maar toch liever karper natuurlijk. Aan wat is zoiets te wijten? Na het vangen van de wat kleiner karpers en enkele zeelten heb ik de voerplaatsen wat groter gemaakt en werden er dan ook zwierig enkele kilo’s bollies extra gedropt. Was dit nu net verkeerd? Geen enkele run kon ik nog verzilveren. Wel enkele tuten, pan vol brasem, eens voor mij dan weer voor men vriendin. We hadden onze bezigheid en het kon me eigenlijk niet veel schelen. Men chocoprinses van tijdens de tweede nacht maakte veel goed, al blijf je natuurlijk steeds hopen op een dikke vis. Zeker als je weet wat er zo allemaal al rondzwemt in Lavacourt.
Bijvangst
Kin omhoog, borst vooruit
Zoals steeds was de vakantie, in de vorm van een mooi liedje, snel voorbij. Ik heb me daar met de mensen die me nauw aan het hart liggen reuze geamuseerd. ’s Avonds aan de wijn met men vriendin, ’s morgens aan de warme choco met men dochter en door de dag aan het bier met mezelf. En deze laatstgenoemde heb ik weer een beetje beter leren kennen. Iets wat nooit verloren is dacht ik zo.
Wie doet zo iets nu nog? Men vriendin vroeg het zich gedurende de week nogal eens af. Een week met zo’n kleine meid op bivak..
Er zijn er niet veel nee, maar wij zijn er toch weer bij antwoordde ik haar dan met enige fierheid in de stem. Ik was tevreden en kon met opgeheven hoofd men oogappels veilig terug naar huis vervoeren.
Alors, bon regards et à la prochaine!
Enkele vissen uit vorige sessies: