Hi,
? ? ? ? ? ?
Als je zo'n clipje bedoelt dat op sommige hengels
vlak voor de handgrepen, en dus net voor de molenvoet zit . . .
Da's nog een handigheidje van voor de baitrunner tijd,
waarbij 2 methodes gebruikt werden om te vermijden dat
je hengel ging zwemmen bij een aanbeet:
1. Je kon vissen met de molenklep dicht maar de rem helemaal los:
Draad loopt bij een beet mooi gestrekt af, maar het duurt even
om je rem terug vast te draaien, dus . . .
redelijk wat geklooi en gevijs op die eerste cruciale momenten,
en daarom - zeker tegen obstakels - niet meteen een aanrader.
2. Je viste dan met de molenrem meteen op gevechtsspanning,
maar dan wel met de molenklep open.
Nadeel was dat je draad vanop je spoel meestal niet genoeg
"naar omlaag" vertrok, waardoor hij gemakkelijk van de spoel afkinkte,
of waardoor hij na een windstoot, of een halve of trage oploper ook
meteen al van de spoel af begon te lopen;
De Engelsen losten dit toen initieel op door met zwaar vet op hun
molenspoelen te experimenteren. Deze "oplossing" was maar een
kort leven beschoren aangezien er meer nadelen dan voordelen
aan zaten.
De volgende poging om dit op te vangen had meer succes,
toen de draad van de open spoel meteen met een lusje in dat
vlakbij gelegen clipje geklemd werd vooraleer richting eerste
oog of waker te gaan.
Geen last meer van dat onhebbelijke afkinken op de meest
onverwachte en ongelegen momenten, en iedere karper die
naam waardig trok gewoon de draad van tussen dat clipje uit
en de spoel kon vrij aflopen.
En toch . . . molen sluiten tijdens de aanslag en je was vertrokkeen.
Sommigen gebruikten lineclips zelfs vòòr de wakers
(ongeveer ter hoogte van de pensluiting),
om daarin het draad van hun hengels gewoon op te spannen;
het voordeel of truukje daarvan heb ik echter nooit goed
begrepen, want het toen zo bejubelde zgn. "automatische aanslag-effect"
is heel moeilijk te bewerkstelligen en op z'n best "onbetrouwbaar"
te noemen.
Cheers,
Michel